Op woensdag 6 juli heeft minister Hugo de Jonge (ruimtelijke ordening en volkshuisvesting) op uitnodiging van de Unie van Waterschappen een bezoek gebracht aan de Goudse wijk Westergouwe en het beoogde Vijfde Dorp in de laaggelegen Zuidplaspolder.

De minister ging het gesprek aan met het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en de betreffende twee gemeenten over de vraag: kan bouwen in laag Nederland en wat is er nodig om dit verstandig te doen?

Nederland kent een nijpend tekort aan woningen. Minister De Jonge heeft daarom de ambitie om bijna een miljoen nieuwe woningen te hebben gebouwd in 2030. In ons land is er echter beperkte ruimte en veel gebieden voor woningbouw kennen uitdagingen. Naast de woningbouwcrisis heeft Nederland te maken met een stijgende zeespiegel en steeds meer extreem weer. Denk hierbij aan langere perioden van droogte en hevige hoosbuien. Het bouwen van nieuwe woningen moet volgens de waterschappen dan ook op een klimaatbestendige manier gebeuren.

Klimaatbestendig als nieuw normaal

In Westergouwe, een nieuwe, laag gelegen woonwijk in de Zuidplaspolder bij Gouda waarvan de eerste fases al in 2016 zijn opgeleverd, kreeg minister De Jonge presentaties over het veilig en klimaatbestendig inrichten van de wijk. De minister bezocht onder meer woningen die ook een waterkerende functie hebben. Bij het deel van de polder in de gemeente Zuidplas waar het Vijfde Dorp moet verschijnen, sprak hij met verschillende betrokkenen van het waterschap, de provincie en de gemeente over de ambitie om van het Vijfde Dorp een toekomstbestendig "Klimaatdorp" te maken.

Water en bodem leidend

Toon van der Klugt, dijkgraaf van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard: "Bouwen in diepe polders is complex en daarom moet je ook vanuit duurzaamheid vooraf goed naar de locatie kijken. Bouwen kan alleen als dit volledig klimaatadaptief gebeurt. Water en bodem moeten dus leidend zijn in de plannen. De wijk Westergouwe laat zien dat bouwen onder strenge voorwaarden op moeilijke plekken in laag Nederland wel kan en tot iets heel moois leidt, maar dat dit heel veel vraagt. Voor het nieuw te bouwen Vijfde Dorp, waar met de gemeente naar water en bodem gekeken wordt, willen wij met de gemeente, provincie en ons waterschap dat het hoge ambitieniveau wordt waargemaakt. Het Vijfde Dorp moet, ook door commitment van het Rijk, dan hét klimaatdorp van Nederland worden. Een voorbeelddorp waar we laten zien hoe bouwen in lager gelegen gebieden van Nederland kan. Dit is geen eenvoudige opgave, maar wat ons betreft wel de enige optie. Wanneer we namelijk níet aan de voorkant nadenken over klimaatbestendige keuzes, creëren we een potentiële schadepost van miljarden euro’s. We moeten vooraf investeren en niet achteraf repareren."

Nationale maatlat

Minister De Jonge werkt aan een nationale maatlat voor klimaatadapatief bouwen, op advies van de Unie van Waterschappen en deltacommissaris Peter Glas. Naar schatting 820.000 woningen van de circa 1 miljoen woningen die tot 2030 zijn voorzien, staan gepland in risicovol gebied als je kijkt naar het waterbeheer. Tot nu toe wordt bij locatiekeuzes voor woningbouw nog nauwelijks rekening gehouden met het bodem- en watersysteem en de gevolgen van klimaatverandering op de lange termijn.

"Ik kijk met dankbaarheid terug op het bezoek van de minister," zegt een trotse wethouder Jan Willem Schuurman. "Het was mooi om als samenwerkende overheden (Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard, gemeente Gouda en de provincie Zuid-Holland) te kunnen laten zien hoe wij het Vijfde Dorp op een toekomstbestendige manier ontwikkelen."